Mohandas Karamchand Gandhi
…werd geboren op 2 oktober 1869. In zijn geweldloze strijd tegen de Britse overheersing van India verkreeg hij de titel Mahatma. Inmiddels is zijn geboortedag door de vergadering van de Verenigde Naties uitgeroepen tot de internationale dag van de vrede. Op 2 oktober aanstaande wordt deze grootheid op verschillende plaatsen in Nederland herdacht.
Waarom Mahatma?
Negentien jaar geleden maakte ik, tijdens een cursus die betrekking had op het denken en handelen van de mens vanuit de zeven bewustzijnslagen, een analyse van Mahatma Gandhi. Cursisten kregen de opdracht om een analyse te maken van een historische persoon die voor de hele wereld, voorbij ruimte en tijd, van grote betekenis is geweest en nog is. Omdat Mahatma Gandhi één van mijn grote inspiratiebronnen was en is, op mijn pad naar spirituele groei, was mijn keuze al gauw gemaakt.
Ik ging op zoek, las zijn biografie en stelde vragen. Deze analyse moest een weergave geven van de bewustzijnslagen waarin Mahatma Gandhi verkeerde als iemand met een hoge spirituele ontwikkeling en voorvechter van geweldloosheid (Ahimsa) en waarheidsgetrouwheid (Satyagraha). Hij ontwikkelde voor de gehele mensheid een levenswijze met als doel te komen tot spirituele broederschap. Deze levenswijze was voor hem geen uitvinding, maar een ontdekking. De kiem voor deze ontdekking werd gelegd in zijn kinderjaren door de levenswijsheid uit de Bhagvat Gita die hem werd bijgebracht door zijn ouders, bovenal door een oude gedienstige van de familie, genaamd Rambha; en later door zijn vrouw Kasturbai.
Een bewerking van deze door mijn toenmalige docent tot zeer goed beoordeelde analyse deel ik nu graag met degenen die hierin geïnteresseerd zijn.
Zelf was ik net pas begonnen met cursussen en lezen betreffende de Hindoefilosofie, Bhagvata Gita, Yoga filosofie, etc. Materie die voor mij toentertijd best nogal gecompliceerd was. In het bijzonder de filosofie van het menselijke bewustzijn met haar in elkaar verweven componenten waren toen voor mij abracadabra.
Veel lezen en vragen stellen gaven enige duidelijkheid, maar desondanks bleven termen zoals Bewustzijn, Geest, Maya, Chakra’s, Guna’s, Kosha’s, Purusha, Prakriti voor mij grote puzzels. Pas vanaf 2010, tijdens mijn derde yoga docenten opleiding in India, begonnen puzzelstukken beetje bij beetje in elkaar te vallen.
Toen men het in de cursus van 1998 over de menselijke bewustzijnslagen had, vroeg ik of het ook over de chakra’s ging. Dit werd nadrukkelijk ontkend. Maar tijdens mijn eerdergenoemde yoga opleiding begreep ik dat de cursus van 1998 wel degelijk ook de chakra’s betrof, echter als één van de vele componenten die verweven zijn in de hele materie van het totale menselijke bewustzijn en onze persoonlijkheid.
Gaandeweg ben ik gaan begrijpen dat het leven van elk mens een wordingsproces betaamt met een hoger doel, zoals beschreven in de Bhagvata Gita en in de filosofie van Sri Patanjali’s Ashtanga Yoga (het 8-voudige pad en de Yoga Darshan).
Dat het niet alleen gaat om het behalen van een universitaire titel en het bezitten van die grote BMW, of het “openen van chakra’s”, zoals men dat in yoga cursussen uitdrukt, maar dat het gaat om het verfijnen van alle componenten van de totale menselijke persoonlijkheid, gedragen door het grotere geheel van het bewustzijn. Met als doel: denken, spreken en handelen vanuit de principes van Dharma, de Yama’s en Niyama’s. Met andere woorden: leven op de fundamenten van Ahimsa (geweldloosheid) en Satyagraha (waarheidsgetrouwheid).
Het waarheidsprincipe, beschreven in de Bhagvata Gita, tevens zijn diepe geloof in God, gaven Mahatma Gandhi de inspiratie, de kracht en het vertrouwen om op geweldloze wijze, met rede, geduld en respect op te komen voor vrijheid van onderdrukking, voor gelijkheid en broederschap.
De geschriften van vele grote religieuze stromingen, onder andere de Koran en de Bijbel, werden op de gebedssamenkomsten voorgelezen, maar in het bijzonder het tweede hoofdstuk van de Bhagvat Gita was Gandhi’s voornaamste richtsnoer en diepste inspiratiebron. Hierin wordt de “volmaakte mens” beschreven. De rode draad in zijn geweldloze strijd naar “Eenheid in Verscheidenheid”, gelijkheid en broederschap, was om gestalte te geven aan dit ideaal, niet zozeer voor hém als persoon, niet alleen voor een onafhankelijke India, maar voor de gehele mensheid. Hierover zegt de schrijver van zijn biografie in zijn voorwoord het volgende:
“Historici van de toekomst zullen, naar ik geloof, deze eeuw niet beschouwen als het atoomtijdperk, maar als het tijdperk van Gandhi”.
Vervolgens haalt hij de Amerikaanse vredesvoorvechter Kirby Page aan die zijn boek over Mahatma Gandhi eindigde met het vraagteken: “Is Mahatma Gandhi de grootste mens van de tijd? Dat vraagteken is inmiddels al lang uit mijn geest gewist”.
Toen hij in Engeland voor advocaat ging studeren, maakte hij kennis met het mondaine leven aldaar. Hij ontdeed zich toen van zijn Indiase kleed – en andere gewoonten en paste zich helemaal aan het westerse leven en denken aan. Jaren later, tijdens zijn verblijf in Zuid-Afrika, werd hij geconfronteerd met een intense rassenhaat. De nare ervaringen en grote rassenhaat in dit land wakkerden in hem een transformatieproces aan. Onbewust kwam zijn spirituele transformatie door deze mensonterende ervaringen op gang. De kennis die hij in zijn kinderjaren uit de Bhagvat Gita had opgedaan en die echter tijdens zijn studiejaren in Engeland op de achtergrond waren geraakt, hielp hem om met de rassenhaat in Zuid-Afrika te kunnen omgaan. Later, terug in India, bleef hij in dit transformatieproces. Hij was als echtgenoot niet gemakkelijk. Maar zijn vrouw’ s liefdevolle aanpak van de problemen tussen hen, toonde hem de schoonheid en kracht van geweldloze weerbaarheid. Hij had in een bepaald opzicht een zelfgeschapen beeld; in die zin dat hij op geheel onzelfzuchtige wijze de “Volmaakte Mens”, met eigenschappen van gelijkmoedigheid, dienstbaarheid aan God en aan elkaar, wilde creëren.
Zijn denkwijze was zeer gericht op de spirituele kracht die hij putte uit de Bhagvata Gita, de Koran en de Bergrede. Zoals hierboven vermeld, was de rassenhaat in Zuid-Afrika doorslaggevend voor zijn spirituele transformatie en zijn strijd tegen ongelijkheid en een onafhankelijke India. Elk probleem dat zich voordeed, begon hij als een uitdaging te zien tot geestelijk succes. De Bhagvat Gita was in deze zijn gedragshandboek. Hierover zei hij zelf: “Het werd voor mij een dictionaire die ik dagelijks raadpleegde. Precies zoals ik naar de Engelse dictionaire greep voor de betekenis van Engelse woorden die ik niet begreep, raadpleegde ik deze gedragsdictionaire om een geschikte oplossing te vinden voor al mijn problemen en beproevingen. Woorden als “Aparigraha” (betekent: “bezit loosheid”) en “Samabhava” (betekent: gelijkmoedigheid”) pakten mij. De kwestie was hoe je die gelijkmoedigheid moest aankweken en bewaren. Hoe moest je geweld, onderdrukking, intolerantie, belediging en corruptie bestrijden zonder zelf geweld te gebruiken? Hoe moest je je onthechten met behoud van betrokkenheid, zelfverantwoordelijkheid en respect? Moest ik alles opgeven wat ik had en Hém volgen? Rechtstreeks kwam het antwoord: Ik kon Hém niet volgen tenzij ik alles opgaf wat ik had. Mijn studie van de Engelse wetten kwam mij te hulp. Ik verstond onder de Gita-leer van bezit loosheid dat zij die verlossing wensten, moesten handelen als de beheerder die, ofschoon hij zeggenschap heeft over enorme bezittingen, nog geen jota ervan als zijn eigendom beschouwt”. Vervolgens zegt hij: “De Gita geeft gedetailleerde aanwijzingen voor het oversteken van de levenszee”.
Gezien het feit dat de Gita geen illusie is, maar doorkliefd is met grote spirituele potenties, was zijn denkwijze zeker gericht op de daarachterliggende kracht, waarbij zijn streven naar het grotere goed voor de gehele mensheid voorop stond. In één van zijn citaten zegt hij het volgende: “Ik heb geen verschil kunnen ontdekken tussen de Bergrede en de Bhagvata Gita. Wat de Bergrede op een aanschouwelijke manier beschrijft, wordt in de Bhagvat Gita teruggebracht tot een wetenschappelijke formule. Het mag dan geen wetenschappelijk werk zijn in de algemeen aanvaarde betekenis van het woord, maar het heeft de wet van Liefde- de wet van overgave zoals ik haar zou willen noemen- beredeneerd op een wetenschappelijke manier.”
Zijn denkwijze werd in zijn wordingsproces, gelijktijdig in zijn strijd tegen rassenhaat, vóór gelijkheid en broederschap en later voor een onafhankelijke India, overheerst door gerichtheid op de volgende hogere kenmerken, met harmonie als boventoon:
* de inspiratie, de eenheidsbeleving met het universele
* het idealisme
* het begripsvermogen, het intellect (Buddhi)
*de begeerte (het onbaatzuchtig handelen)
Dit wordingsproces onderging Mahatma Gandhi gedurende zijn leven. Natuurlijk zal ook hij op zijn zoektocht fouten gemaakt hebben. Natuurlijk zal ook hij (misschien) verkeerde beslissingen genomen hebben. Daarvoor was hij mens. Zoals wij allemaal mensen zijn met onze fouten en gebreken. Misschien is hij zelfs racist geweest, uitgaande van een recent circulerende video app. Maar bestaat er wel één mens op aarde die geen racist is? Ik ben die nog niet tegengekomen. Zijn vele van onze politici vlekkeloos?
Mocht Mahatma Gandhi ooit racistische uitlatingen en handelingen gepleegd hebben dan denk ik dat hij dit in een fase van zijn leven zou hebben gedaan waarin het besef van Ahimsa en Satyagraha nog niet tot innerlijke rijping waren gekomen. Het lijkt mij dan ook zeer onterecht om hem hierop te veroordelen en te verguizen.
Zoals andere grote voorvechters voor gelijkheid, broederschap en vrede, bijvoorbeeld Martin Luther King jr. en Nelson Mandela (die misschien in hun jonge jaren ook (racistische) fouten gemaakt zullen hebben) zijn geïnspireerd door Mahatma Gandhi, blijf ik vasthouden aan deze grootheid als één van mijn inspirators.
Die inspiratiebron, die grootheid (Mahatma), die uiteindelijk verworden was tot MENS, levend vanuit grote harmonie in het totale bewustzijnspakket, in compassie en mededogen (evenwicht tussen hart en hoofd: Daya). Niet alleen voor zichzelf, niet alleen voor India, maar voor de gehele mensheid, de natuur en het milieu.
Ik kan het niet nalaten onderstaand nog enkele prachtige citaten van deze Mahatma met betrekking tot Liefde, Tolerantie, Ahimsa en Satyagraha toe te voegen:
“Het is geen geweldloosheid enkel te houden van hen die ons liefhebben. Er is pas Ahimsa, geweldloosheid, wanneer we houden van hen die ons haten. Ik weet hoe moeilijk het is deze grootste wet der Liefde te volgen. Maar door de genade van God wordt zelfs dit aller moeilijkste gemakkelijk te volbrengen als we het willen. Satyagraha is zachtmoedig; het kwetst nooit. Het moet niet het gevolg zijn van boosheid of kwaadaardigheid. Het is lijnrecht tegengesteld aan dwang. De grondgedachte erachter is dat het een volledig substituut vormt voor geweld.”
“Ik geloof dat het spiritueel gewin van één mens een gewin is voor de gehele wereld en dat de val van één mens in dezelfde mate een val betekent voor de hele wereld. Ik help mijn tegenstanders, niet zonder tegelijkertijd mijzelf en mijn medemens te helpen.”
“Satyagraha is een kracht die geruisloos en schijnbaar langzaam werkt. In werkelijkheid is er geen kracht ter wereld die zo een directe en snelle uitwerking heeft.”
“Ahimsa en Satyagraha zijn zo met elkaar verweven dat het praktisch onmogelijk is ze te ontwarren en te scheiden. Ze zijn als de twee zijden van een medaille, of liever gezegd: van een gladde, ongegraveerde metalen schijf. Wie zou kunnen zeggen welke de voor- en welke de achterzijde is? Niettemin: Ahimsa is het middel, Satyagraha is het doel!”
Terwijl ik dit schrijf gaat er veel door me heen. Het tegengestelde van Ahimsa is Himsa, geweld. En dan ook alle geweld: psychisch, lichamelijk, seksueel, communicatief geweld. Er gaat geen dag voorbij of je hoort het in de media. Jongeren die jongeren pesten, overvallen, vermoorden, ouderen die door jongeren overvallen en/of verkracht worden, kindermisbruik, etc. Dan vraag ik me af waar de ouders blijven met hun echte opvoeding. Want opvoeden tot Ahimsa, Satyagraha, Respect en Tolerantie beginnen bij de wieg. Ook politici en vertegenwoordigers van groeperingen zouden een grote bijdrage hierin kunnen leveren. Zouden vele wereldleiders, politici, voorgangers van groeperingen en aanvoerders van onnodige en mensonwaardige oorlogen zich niet moeten schamen om wat de mensheid, de natuur en het milieu wordt aangedaan? Puur uit machtswellust en bezitsdrang? Een teken aan de wand is echter dat ook de burger boter op het hoofd heeft. Ook wij burgers hebben er het handje van weg en vergeten onze verantwoordelijkheden. Ten opzichte van elkaar, ten opzichte van Moeder Aarde. In plaats van onze planeet te beheren, wordt onze Moeder Aarde geconsumeerd.
Het moreel verval neemt steeds sterkere vormen aan. Als ik om mij heen kijk, vraag ik mij vaak af of ethische waarden, zoals wederzijds respect, betrokkenheid, zelfverantwoordelijkheid, tolerantie, uit de vocabulaire van de opvoeding en vorming (lees: volwassenen) zijn verdwenen.
Om Mahatma Gandhi te citeren:
“Civilization is the mode of conduct which points out to men the path of duty”.
Leve Ahimsa!
Leve Satyagraha!